Blog
Een dag op pad met operationeel manager Roy Boomkamp ‘Als jochie, ik woonde toen nog in Marokko, vond ik ramadan zo bijzonder. Ik wilde maar één ding: ook meedoen! En dat mocht uiteindelijk, op mijn tiende. Inmiddels heb ik zelf een gezin en doen we allemaal mee. Mijn vrouw, twee dochters en zoon.
Al vroeg sta ik op, om vier uur. Ik drink een glas water, soms een beker melk, en doe het ochtendgebed. Dan slaap ik nog even tot zeven uur. Nee, ontbijten doe ik niet. Omdat eten juist je hongergevoel prikkelt. Daarom kom ik de werkdag goed door, hoewel ik de koffie wel erg mis… Na zes uur ‘s avonds krijg ik meestal lichte hoofdpijn, maar als de zon ondergaat mogen we weer eten.
Als ik al dat eten op tafel zie, denk ik: ik heb honger, maar er is eten in overvloed. Dat geldt voor zo veel mensen niet. Dat besef doet me op zo’n moment pijn. De ramadan is dan ook een tijd om na te denken. Over hoe je een goed mens kunt zijn. Want als je goed bent voor anderen, dan beloont Allah jou ook met geluk. Dat werkt echt zo, kijk maar naar mijn gezin. Een kostbaar geschenk. Sowieso sta ik graag voor anderen klaar, maar in de ramadan nog eens extra. Geld geven, of kleding. Iemand helpen met een klusje. Je vraagt maar.
Het Suikerfeest vind ik het mooiste moment. Niet omdat je kunt eten, maar omdat het een nieuw begin is. Onenigheid laat je achter je. Op het Suikerfeest stap je direct naar die persoon toe om het goed te maken. Nu, in coronatijd, vieren we het natuurlijk alleen met het gezin. Aan het einde van de ramadan moet ik altijd huilen. Het is zo’n mooie tijd, waarin iedereen goed voor elkaar is. Ook collega’s tonen veel respect. Dat raakt me gewoon.’